1. De as moet recht zijn en de helling mag niet groter zijn dan 0,5%. 9.2 Bevestiging van uitkragingen, beugels en trekstangen. Voor het lassen en bevestigen van flensverbindingen in ronde of cilindrische vormen kunnen vrijdragende stangen en steunstangen worden gebruikt. De cantilever moet zich aan de inlaat en uitlaat hechten.
2. Om aan de positie-eisen van de verlichtingsapparatuur te voldoen, moet een horizontale armlengte worden gebruikt en moet de verlichtingsapparatuur 2 meter langs de weg worden geplaatst. Verminder de moeilijkheid bij het leggen van technische kabels.
3. De bouten van verkeerslichtmasten moeten goedgekeurde structuren en hun hoofdcomponenten aannemen, die bestand zijn tegen een bepaalde hoeveelheid mechanische druk. De verticale paal en zijn belangrijkste componenten zijn zichtbaar. Het metalen oppervlak moet worden onderhouden met een thermisch verzinkte laag met een dikte van minimaal 55 micron.