Bepaal de bedradingsmethode: Selecteer de juiste bedradingsmethode op basis van het type en de installatievereisten van de schijnwerper. De gebruikelijke bedradingsmethoden omvatten inkomend met één uiteinde, inkomend met twee uiteinden en gespreid inkomend.
Materialen en gereedschappen voorbereiden: Bereid de benodigde draden voor (stroomdraad, neutrale draad, aardedraad), schakelaars, stopcontacten, enz., om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van deze materialen en gereedschappen goed is.
Schakel de stroom uit en koppel het netsnoer los: Voordat u met de bedrading begint, schakelt u de stroom uit en koppelt u het netsnoer los om het risico op een elektrische schok te voorkomen.
Vaste verlichtingsarmaturen: boor gaten in de installatiepositie van de verlichtingsarmaturen en bevestig ze vervolgens om ervoor te zorgen dat de verlichtingsarmaturen stevig zijn geïnstalleerd en niet los kunnen raken.
Draden aansluiten: Sluit de draden aan op de positieve en negatieve polen van de LED-lamp volgens de geselecteerde bedradingsmethode. Als een serieschakeling wordt gebruikt, zijn de positieve en negatieve polen verbonden om een continu circuit te vormen; Als parallelle bedrading wordt gebruikt, sluit dan de positieve pool aan op de positieve pool en de negatieve pool op de negatieve pool.
Installatie van schakelaars en stopcontacten: Om de bediening van LED-verlichting te vergemakkelijken, kunnen schakelaars op de juiste posities worden geïnstalleerd. Sluit de schakelaar aan op de draden om een veilige verbinding te garanderen. Sluit ten slotte de draden aan op het stopcontact en selecteer indien nodig het juiste stopcontacttype en de installatiemethode.
Inspectie en testen: Controleer na het voltooien van alle bedrading of de bedrading correct is om er zeker van te zijn dat er geen verkeerde draden of slechte verbindingen zijn. Steek vervolgens het netsnoer in het stopcontact en schakel de stroom in. Test ten slotte of de helderheid en schakelbediening van de LED-lampen normaal zijn.